Sinds 1890 begonnen vermogende Amerikanen op enige schaal Europese kunst te importeren. In korte tijd hebben ze het Amerikaanse kunstbezit verrijkt met tientallen kunstcollecties van wereldformaat. Wie waren die verzamelaars, wat kochten ze en wie adviseerden hen?

• Mariëtte Haveman De Romeinen van de moderne kunstgeschiedenis, pp. 10-15
• Melchior de Wolff Het pantheon van een steenkooldistillateur. De kunstverzameling van Henry Clay Frick, pp. 16-19
• Peter Hecht Het veranderende beeld. Nederlandse schilderkunst in Washington en Malibu, pp. 20-29
• Ben Broos Een geleerde handlanger van het kapitaal. William Valentiner in Amerika, pp. 30-35
• Eddy de Jongh Nederlands met een Amerikaans accent, pp. 36-45

Openbaar Jan Fred van Wijnen over musea willen altijd meer; Willem Kuipers over verkopen of ruilen; Marten Jan Bok over het portret van Vondels moeder; Ghislain Kieft, Onbekende collecties: Museum Paul Tétar van Elven; Eddy de Jongh over de hoofdzonden van Lodewijk Houthakker Kunstbezit Ernst van de Wetering, Studies van licht en atmosfeer: Claude Monet; Carel Blotkamp, Oude bekenden, lang niet gezien: Stanley Brouwn; Evert van Uitert, De heer Smits vertelt: Kees Smits